Als kind had ik zoveel plannen. Ik zou een boerderij hebben, u-vormig, want dat leek me gezellig. Ik zou heel veel koeien hebben, want mijn lievelingsdieren. Ik wilde minstens vier kinderen, want twee is te weinig en drie is onhandig met spelen. Ik tekende u-vormige boerderij na u-vormige boerderij, koe na koe, bloem na bloem, en ik wist het zeker: ik zou boerin worden.
Later veranderde dat. Natuurlijk veranderde dat.
Ik wilde kleuterleidster worden. Juffrouw. Ik wilde mensen helpen. Ik zou iets doen met sport. Taal.
Het werd wiskunde en ik dacht niet meer zo na over ‘later’. Als wiskundige kun je vrijwel niets concreets en daarom kun je alles worden. Dat werd ons ook altijd verteld: als wiskundige krijg je altijd wel ergens een baan – bleek niet zo te zijn maar dat wist ik toen nog niet.
Langzaam werd mijn toekomstbeeld meer standaard: ik zou een huis kopen, ik zou een baan hebben, ik zou verdrinken in het werk (ik kende niet anders), ik zou in het weekend tijd maken voor vrienden en fietsen.
Ondertussen is dat beeld aan gruzelementen gevallen.
Mijn toekomst is stuk.
En ik weet niet goed hoe erover te praten, want niemand wil het horen. (ikzelf eigenlijk ook niet)
Ik verwacht al bijna niet meer dat mensen luisteren en dus zeg ik niets en dus horen ze niet hoe ik erover denk en voel ik me niet gehoord. (nogal wiedes als je niet praat) Ik ben bang dat men zegt: ‘je bent te fatalistisch’ of ‘je hebt zo’n donker toekomstbeeld’, alsof het mijn probleem is.
Alsof het niet zo erg is, hoe we onze aarde, onze medemensen en andere levende wezens vergiftigen, misbruiken, uitputten. Alsof we zo door kunnen gaan.
Ik merk het in veel kleine dingen.
Ik verwacht niet dat ik van mijn pensioen kan genieten zoals anderen dat voor zich zien. Ik ga ervan uit dat de wereld tegen die tijd een plek is van extreem weer, met zeespiegelstijging, massa-migratie, voedseltekorten, uitsterven van het leven, oorlog.
Ik hoor anderen plannen maken over verre vliegreizen en conferenties en daar moet je dan eigenlijk enthousiast op reageren en iemand zei ‘ja, we zullen een elektrische wagen aanschaffen’ alsof dat is wat er moet gebeuren en dan is het klaar en iemand vertelt dat ze bezig zijn met het kopen van een tweede huis en iemand anders feliciteert die persoon en het voelt zo… surrealistisch. Vervreemdend.
Ik wil graag meer leren over voedsel verbouwen en zelf dingen maken, omdat ik me voor kan stellen dat we dat nodig gaan hebben.
Ik ben gerustgesteld dat ik niet veel nodig heb om blij van te worden en dat ik mijn leven al zo inricht dat ik met weinig geld en grondstoffen toe kan.
Ook gehoord: ‘maar je bent zo’n opgewekt mens, hoe komt het dat jij er zo negatief naar kijkt?’. Nou, omdat ik, met wat ik lees en weet, niet weet hoe ik het ‘positief’ voor kan stellen. Het voelt voor mij ook niet negatief of zwaar. Het is gewoon zo.
En de reden waarom ik nog steeds opgewekt kan zijn, de meeste dagen met plezier opsta, eigenlijk alleen maar gelukkiger word de laatste jaren, is omdat ik iets doe om die erge dingen minder erg te maken of nog wat langer uit te stellen.
Maybe we will make it. Maybe we don’t. But at least it feels good to try.
Ik wil het wel horen. Ik ben blij (nou ja) dat ik het lees. Dan voel ik mij minder alleen. Niet knettergek.
Dus dank dat je het schrijft. Dat je je laat zien. Het wordt gezien. En het mag er zijn.
Als ik mij knettergek voel, dan liefst door iets positief. ;)
Eensgelijks Pieter.
Pingback: zwaar op de hand - vijf koffie graag
Ik begrijp je gevoelens denk ik wel. Je bent een stuk jonger dan ik en ik voel me zelf al regelmatig alsof ik m’n pensioen niet op een leuke manier ga halen (om meerdere redenen). Ik verbaas me over funshoppen, overmatig vlees eten, zinloze verpakkingen en alles wat er dagelijks passeert en voel me tegelijkertijd keischuldig aan mijn verlangen naar reizen, of andere zonden. Ik ben blij om te horen dat je in ieder geval nog een goed gevoel kunt hebben om alles wat je doet, daar mag je trots op zijn. En ondanks de neiging van mensen om dit soort dingen niet te willen horen, vind ik het juist heel goed dat je het blijft benoemen. Mij haalt het soms net weer over een drempel om weer een ‘goed’ stapje te zetten. Dank dus daarvoor!
Ah, dat doet me goed om te horen. Go Veronique!
Blijven spreken, er wordt wel degelijk geluisterd. Niet noodzakelijk iets mee gedaan.
Weten is nog geen doen. ;) Dank voor de aanmoediging! Blijf jij meespreken?
Ik voel het helemaal hetzelfde Loes. En voel me daar ook regelmatig alleen mee. Fijn dat je het zo eens opschrijft! Het troost mij.
We zijn zeker niet alleen. Maar zo voel ik het soms ook, vooral omdat het de norm is om vooral de vrolijke, optimistische dingen te vertellen. Of wat mij soms tegenhoudt: dat ik het gevoel heb dat mensen denken dat het kommer en kwel met mij is als ik zoiets zeg. Terwijl het allemaal samen kan gaan: ik ben EN optimistisch EN fatalistisch EN gelukkig EN soms verdrietig etc.
Snap ik…